Wat een verrassing, een uitnodiging voor de Republiek van Gambia, West-Afrika! Het kwam van President Yahya Abdulaziz Jemus Junkung Jemmah, zelf. Ik was de enige vrouw in onze Amerikaanse groep van FSJ and Associates.
We werden gevraagd om President Yahya bij te staan in de productie van de viering van de Onafhankelijkheidsdag in februari, de ontwikkeling van een internationale opnamestudio en het opzetten van een cursus entertainmentonderwijs voor de universiteitsstudenten in Banjul. Daarnaast verzocht Vice President Isatul Njie-Saide ons om te helpen bij het Gambiaanse Women’s Empowerment programma.
Als motiverend spreker en toegewijd pleitbezorger van liefdadigheid, was ik opgetogen! Na een intense voorbereiding en talrijke opnamen, vertrok ik op mijn lange reis. Anderhalve dag later kwam ik uitgeput aan in Banjul, nog kokhalzend van de stank van de schaapherders en de pesticidefumigatie in Dakar, Senegal.
Gambia ligt aan de westkust van Afrika, dicht bij de evenaar. Het omringt een delta aan de rand van de woestijn. Ik werd begroet door rondzwervende geiten en Ebu, mijn chauffeur/bodyguard. Zonder hem mocht ik niet in het openbaar komen. Ik begreep al snel waarom.
Afgezien van het feit dat het verkiezingsjaar is en de oppositiepartij me bedreigt, grepen de inboorlingen me bij mijn blonde haar en mijn lichte huid, om me vervolgens de hand te schudden. Hun gelige ogen vertelden hun verhalen van armoede en ziekte. Ik bleef tegen mezelf zeggen: “Gebruik veel ontsmettingsmiddel!” Ziektes tieren welig daar – Aids, Hepatitis, Malaria, Meningitis, West Nile, Vogelgriep, enz.
Voor tien dollar (US) aan flessen water, rantsoeneerde ik het gedurende de dag, en spaarde druppels om mijn tanden te poetsen voor het slapen gaan. Dat was niet erg, want toiletten waren er bijna niet. Als ik er al een vond, was er geen toiletpapier en lag er ranzig rioolwater op de vloer. Naast water bestond mijn dieet uit grapefruit, ananas, gebak, vleesloze pizza en beschimmelde kaas.
Gambianen beschouwen Amerikanen als welvarend, omdat de gemiddelde arbeider slechts één dollar per dag verdient, zes dagen per week werkt en één keer per maand betaald krijgt. Hoewel vrouwen twee jaar geleden stemrecht hebben gekregen, mogen de meesten van hen niet buiten hun familiegemeenschap werken. Daarom zwermen de straatarme vrouwen en kinderen koortsachtig bedelend rond de toeristen.
Moslims maken 95% van de bevolking uit. Een moslimman mag vier vrouwen huwen, die elk gemiddeld vijf kinderen krijgen. Met vijfentwintig hongerige monden te voeden, wordt het grootste deel van hun geld besteed aan rijst en bonen. Als gevolg van ondervoeding zie je vaak kinderen met een opgeblazen buik en knokige armen en benen.
Wanneer een vrouw trouwt, moet zij zich volgens de wet bekeren tot het geloof van haar echtgenoot; daarom gaan moslimmannen doelbewust op zoek naar christelijke vrouwen. Bovendien bieden moslimscholen gratis onderwijs aan, in tegenstelling tot openbare scholen waar het schoolgeld duur is. Dit creëert een religieus bolwerk op de kinderen vanaf hun jeugd.
Een andere methode van ultieme controle is via de voodoo van de Heksendokter. Echtgenotes worden met de dood bedreigd als zij ongehoorzaam zijn of hun echtgenoot verlaten. In werkelijkheid is het niet de betovering die hun ondergang zal veroorzaken, maar zijn het ondervoeding, ziekte, het gebrek aan onderwijs en het ontbreken van inkomsten.
Ook al leven de Gambiaanse vrouwen in een door mannen gedomineerde maatschappij, hun geesten zoeken naar waarheid en waardigheid. Tijdens de christelijke kerkdiensten spieden de moslimvrouwen vaak over de achtermuren naar buiten terwijl ze naar de preek op de luidsprekers luisteren. Ze zijn gecamoufleerd in meerdere lagen stof om hun identiteit te verbergen.
Ik was vereerd om te gast te zijn bij de viering van het presidentiële diner en opgewonden om me onder andere wereldleiders te mengen, maar mijn hoogtepunt was het inspireren van de studenten uit Banjul om een bevredigend leven te leiden en hoop te houden. De jongedames waren zo dankbaar; ze gaven me een stel sjaals.
Het Afrikaanse leven is moeilijk! Hun dagelijkse uitdagingen zijn het vinden van de basisbehoeften – voedsel, kleding en onderdak. De sleutel tot empowerment is om minder te worden om meer te worden. Empowerment komt op het minst verwachte moment, waardoor je moedig uitsteekt boven de omstandigheden die je omringen.
Ik zal me altijd de vriendelijke geesten van de Gambiaanse bevolking herinneren; zij zijn de meest genadige die ik ooit heb gekend. Ik weet niet zeker of ik vrijwillig nog een keer in Afrika zou gaan werken, maar als het me gevraagd zou worden, zou ik waarschijnlijk weer gaan.